dinsdag 19 juli 2011

The Nairobi chapter

Ik ben nog geen week ver, maar hier toch al mijn tweede blogbericht vanuit Kenia.

Wiki zegt: “Nairobi is de hoofdstad en grootste stad van Kenia. De stad ligt aan de gelijknamige rivier op 1.661 meter hoogte in het zuiden van het land. De naam komt van het Masai Ewaso Nyirobi, dat koele wateren betekent. De oppervlakte is ongeveer 150 km² en het aantal inwoners bedraagt 2.864.667 (in de agglomeratie 3.778.742). De meest gesproken talen zijn Swahili, Kikuyu en Engels“. 


Ik kwam hier aan zaterdagmorgen en had een heel weekend niks te doen, zoals iedere goede thesisstudent heb ik mij dan maar netjes in mijn guesthouse-kamer opgesloten en beginnen schrijven aan dat die thesis van mij….NOOOTTT (Borat-style). Het weer was goed dus besloot ik wat schaduw te gaan opzoeken in het Arboretum (voor de leken: een soort openbaar bomenmuseum) dat op wandelafstand ligt van mijn verblijfsplaats in één van de rijke buurten in Nairobi (Kileleshua). De begroetingen langs de straat waren minder uitgebreid, maar de sfeer is er veel leuker dan in België waar je praktisch niemand begroet die je niet kent. Misschien moeten we dat wel invoeren, ik vind het echt wel leuk, en het creëert een opener sfeer. Wat nog veel opener is in Nairobi…is de stad zelf, ik loop daar rond in een stad met bijna 3 miljoen mensen…en ik heb meer het gevoel rond te lopen in een bergdropje in de Ardennen (wel met veel meer volk op straat). Nee, echt, overal staan er bomen, struiken en andere beplanting, Nairobi is als het ware in een bos gebouwd, zonder dat het bos volledig werd weggekapt (Alhoewel het schijnt dat dat in het centrum wel het geval is, daarom dat ik er niet naar toe wil). Het is een beetje zoals het citadelpark in Gent, maar dan met huizen en verkeer erin. Na al deze vergelijkingen zou je je beginnen afvragen  waarom ik nog naar een Arboretum of een ander park zou gaan, tjaah, om uit het verkeer te zijn zou ik dan zo zeggen (dat kan ik een beetje vergelijken met het verkeer in Brussel, maar dan zonder wegmarkeringen, lichten en veilige voetpaden, en dan zwijg ik nog over de wees-GEEN-heer-in-het-verkeer-mentaliteit). Het Arboretum zelf was echt heel rustig en mooi, maar op bepaalde plaatsen waren mensen heel luid voor iedereen die het horen wou of heel stil in zichzelf aan het bidden of biechten, ook was er  hier en daar een gospel-koor zijn wekelijkse repetitie aan het houden, best wel cool eigenlijk. En natuurlijk kon de schoolgroep met kinderen niet uitblijven die weer met zen allen giechelend “How are you doing” riepen. De dag erna ben ik richting Nairobi National museum getrokken, ook te voet, als je tijd hebt moet je geen 4€ of 500 Keniaanse shilling (KSH) aan een taxi-rit hangen eh. Zoals iedereen het mij al had gezegd, is het een echte aanrader, zeer groot en zeer veel te zien, van fossielen tot opgezette dieren, van schilderijen tot de geschiedenis en culturen van Kenia. Ik heb er dus veel bijgeleerd, naast het feit dat ik het Swahili probeerde te ontrafelen door de uitleg, die meestal in het Engels en in het Swahili geschreven is te vergelijken. Maar een onbekende taal ontrafelen is toch niet zo gemakkelijk wuy, 2 uur later kwam ik ook te weten waarom; In de gift-shop vond ik namelijk iets wat ik al voor mijn museumbezoek had moeten hebben: een klein en handig toeristen-swahili-leerboekje. Jackpot! Die taal is echt wel vet, adjectieven waar je de eerste letters moet bijvoegen om te verwijzen naar het zelfstandig naamwoord, werkwoorden waar je het werkwoord, het onderwerp, het lijdend voorwerp en dan nog eens een tussenvoegsel allemaal in een woord giet,… crazy taaltje. Ook het uur vind ik wel de maks: “saa moja”, een normale mens zou dan met een normaal woordenboek vertalen: uur 1 en daar 1 uur van maken. MAAR uur 1, is  eigenlijk 7h, en om het overduidelijke toch nog eens te verklaren, dat is ongeveer het uur wanneer de zon hier opkomt een gans jaar door, het eerste uur van de dag dus. Moja, mbili, tatu, nni, tano, sita, saba, nane, tisa, kumi. En als je dat van buiten leert kan je tot 10 tellen in het swahili! Genoeg swahili, maandagmorgen business, om 8h30 werd ik opgehaald door Jan om naar het Better Globe Forestry hoofdkwartier in Nairobi te gaan, toch wel….3 straten verder, lekker dicht. Daar werd ik meteen aan iedereen voorgesteld en mocht ik direct de wekelijkse maandagmorgen-meeting meedoen zodat iedereen mij wat leerde kennen. Hun hoofdkwartier is eigenlijk een omgebouwd huis midden in een woonwijk, dus supergezellig. Ik kreeg van Jan enkele boeken en artikels onder mijn neus gestoken, moest eens kijken voor het schema van de volgende 3 maanden en deed een kleine voorbereiding op mijn bezoek aan KEFRI (KEnyan Forest Research Institute). Zo gezegd, zo gedaan, Ik heb er zelfs nog eens een statistisch goed onderbouwde proefopzet voor mijn eerste 500-bomen-experiment bijgestoken, “POA” ( I’m Cool). In de namiddag vertrokken we dan naar KEFRI om er wat uitwisseling van informatie te doen en om mij voor te stellen, connecties connecties. Jan waarschuwde mij: ‘In Kenia heb je het wel eens dat  naar internationaal prestigieuze instellingen de meest slechtste banen ooit aangelegd zijn (of net niet aangelegd), maar shit, dat was echt erg. Vandaag dan naar Tree Biotechnology geweest waar ze me uitlegden hoe ze eucalyptus en andere boomsoorten opkweken, stekken en bewortelen, allemaal in functie van hoe ik mijn eigen experimenten zal opzetten natuurlijk. De persoon die me vandaag meepakte was George, een echte bomenkenner en zeer sympathieke mens die mij in Kenia wil doen blijven door te zeggen hoe schoon en goed de Keniaanse vrouwtjes wel niet zijn (maar geen nood Silkje, ik kom terug voor jou ;-). Vandaag hebben ze mij ook “a true Forester” genoemd op het BGF-hoofdkwartier, niet omdat ik een bomenkenner ben, maar omdat ik de Keniaanse keuken lekker vond (als je in het bos bent, moet je vanalles durven/kunnen eten).

Ik blijf een dag langer dan normaal in Nairobi (net vernomen) en vertrek donderdagmorgen naar Kiambere. Hopelijk overleven mijn 500 Mukau-boopjes (die al 10 dagen in kleine buisjes opgestapeld zitten) het nog tot dan.

Tutaonana Baadaye! 

zaterdag 16 juli 2011

Jambo

Gegroet,

16 juli 2011, al 3 dagen weg van huis, en nog niet echt het gevoel dat ik in weg ben, dat kan mss wel aan het weer liggen, het is hier namelijk zwaar bewolkt, dus voel ik maar af en toe de zon die mij verwarmt, het is hier eigenlijk zelfs een beetje koud.
Na de nachtvlucht richting Ethiopië, moest ik normaal 3 uur wachten op het vliegtuig naar Nairobi, dat zijn er uiteindelijk 10 geworden wegens een mechanisch defect, maargow, we hebben eten gekregen om het goed te maken. Eigenlijk heb ik me niet verveeld, ik heb 3 Amerikaanse studenten leren kennen, 2 Poolse dokters die in Dubai werken, 2 Belgen op huwelijksreis en nog enkele andere vriendelijke mensen (het wachten op een vliegtuig kan nogal een band scheppen he), en allemaal gingen ze op Safari, buiten ik, ik was weer de specialen die op stage gaat en een inheemse boom gaat onderzoeken. Soit, ipv ’s middags kwam ik ’s avonds aan in Nairobi (en het was al donker, lap) Geen uitstapje meer, direct naar het guesthouse waar ik de nacht mocht doorbrengen nadat ik kennis had gemaakt met de Keniaanse visie op veilig verkeer.
Mijn verblijf in Nairobi was van korte duur, om 5H45 mocht ik al opstaan, want ik werd opgehaald om naar Kibwezi te gaan, alwaar de boerderij van mijn promotor (Jan Vandenabeele) is, en waar Better Globe ook een project heeft. 220km en 3 verkeersongelukken verder langs de Mombasa Road, moest Jan eerst nog naar een farmers vergadering in een klein dorpje, ergens op het platteland. We pikten onderweg ook nog Nyambani op (de manager van de boerderij van Jan) en een andere vrouw, de vrouw had iets aan haar voet, dus sprong ik samen met Nyambani in de laadbak van de Pick up, supercool dadde! Op baantjes die soms meer op uitgedroogde rivierbeddingen leken, fieters, brommers en ossen paserend maakte ik kennis met het rurale droogland van Kenia. Rond 11h ofzo kwamen we dan aan in het dorpje waar we moesten zijn (ben natuurlijk de naam vergeten). Moeilijk om te beschrijven hoe zo’n dorpje eruitziet en foto’s heb ik niet getrokken want ik had men kodak niet mee. Soit, ik moest er eigenlijk 2 uur mijn plan trekken terwijl Jan en Nyambani in de meeting zaten. Dus ben ik maar een beetje beginnen rondlopen en tegen mensen beginnen praten. Ik vond het eigenlijk wel leuk, en naast 1 kindje die ik duidelijk bang gemaakt had met mijn verschijning en 15 minuten lang stond te wenen, denk ik dat de mensen van het dorp het ook wel leuk vonden, veel blanke mannen gaan er wel nog niet zonder reden in het dorp hebben rondgewandeld zeker. Ik ben ook in de lokale bibliotheek terechtgekomen alwaar ik mijn Swahili verder bijschaafde ;-) Maar net toen ik buiten kwam was de school gedaan, wat resulteerde in heel veel kinderen die heel enthousiast zwaaiend “Jaammbooo” of “How are you doiiinng” riepen. Terwijl ik terug wandelde naar het huis (ofja, groep van kotjes die samenstaan in 1 kring) alwaar de meeting was, kwam er een jongetje naast mij lopen, In mijn beste swahili stelde ik mij voor, maar veel verder dan namen uitwisselen kwamen we natuurlijk niet, Engels leren ze wel op school, maar hij was nog redelijk jong. Hij noemde Chris en woonde in het huis waar de meeting was (die nog steeds bezig was). Ik bleef nog wat rondhangen en Chris was duidelijk geamuseerd door mijn net geleerde Swahili-woordjes zoals Kuku (kip) en lala (slapen). Hun hondje was duidelijk niet zo geamuseerd en wou heeltijd in mijn kuiten bijten, gelukkig wist Chris hoe hij dat kleine onding moest aanpakken met een stok (dat heb ik later natuurlijk ook geprobeerd xD). Iets later toen ik wat op hun land aan het rondkijken was kwam hij aangelopen met een kommetje met bruine pap in (ook die naam ben ik vergeten), terwijl de meeting nog bezig was zat ik daar dus met Chris een bruin pap te eten en dom te doen met mijn zonnebril en alles wat ik bij mij had. Jaja, ik had mijn eerste Keniaanse vriend gemaakt. Toen we bezig waren aan het spelen met de gele vruchtjes van een nachtschade-achtige (niet op te eten dus ;-) was de meeting gedaan en moesten we op weg naar de boerderij van Jan. Daar kreeg ik een persoonlijke rondleiding in zijn Mango-boomhaard en uitleg over hoe het allemaal werkt. Er was echt een gigantisch verschil met de boerderijen waar ik 1 uur eerder geleden door had gelopen. Mijn eerste bemerking was dat het veel groener en properder (geen onkruid en een veel mooier gewas). Jan heeft namelijk een zeer goed waterhuishoudingsysteem wat van cruciaal belang is in een vijandig en agressief klimaat zoals het droogland (water is life, en dat mag je hier wel redelijk letterlijk nemen). Maar om zo’n goed systeem te hebben, heb je geld en kennis nodig, en dat is nu ongeveer wat Better Globe wil doen. Ze willen de lokale boeren helpen beter gewas te groeien door zowel geld en kennis te verschaffen; kennis via training, en geld via micro-kredieten, een goeie vorm van ontwikkelingssamenwerking als je het mij vraagt. Soit, na een lange dag verbleven we in het Guesthouse van Gunther (Een Duitser die zeer lekker eten had gemaakt). En daarna vroeg in bed, want om 5h wou Jan al terug naar Nairobi vertrekken. Bijna aangekomen in Nairobi vertelde hij mij hoeveel Kenia veranderd was sinds hij er 13 jaar geleden kwam wonen. Er is hier een enorme economische groei aan de gang, langs de Mombasa-road, dicht bij Nairobi schieten de fabrieken uit de grond en worden nieuwe steden gevormd, en dat een 50-tal km lang. Maar het schijnt dat het in China nog veel erger is. Ik weet niet goed wat ik van die economische groei moet denken, aan de ene kant is dat wel goed, maar aan de andere kant vrees ik dat het ongecontroleerd onvriendelijke proporties kan aannemen. Nairobi is nu al een hel van verkeer, binnen 10 jaar kan je er waarschijnlijk bijna niet meer door met de auto.
In Nairobi heb ik ondertussen al wat rondgelopen (de mensen zijn er minder vriendelijk alleszins), maar het weer al iets beter. Later meer daarover want ik loop hier nog tot woensdag rond! Oew yeah!

dinsdag 12 juli 2011

Test

Morgen 13 juli, om 20h15 ben ik weg! Richting Nairobi!

Alwaar ik een weekje Better Globe Forestry (http://www.betterglobeforestry.com/) en anderen leer kennen om dan een week later naar Kiambere te trekken om daar hun plantage onveilig te maken onder het mom van wetenschappelijk onderzoek!

Good times await us all!

Om jullie allemaal toch het gevoel te geven dat ik niet helemaal weg ben, date ik deze blog af en toe eens op. Wie mij wil bereiken op de old fashioned way (de coolste weg dus), mag steeds een brief schrijven richting:


Better Globe Forestry Ltd,
Tabere Crescent 4
Kileleshwa, Nairobi (PO Box 823-00606 Nairobi)