donderdag 22 september 2011

Zjef and the strikers

Temperaturen van meer dan 40graden vanaf 10h ‘s morgens, donkey-cart-joyriden, verfrissende zwemlessen, pompoenen 5km versleuren (in de hitte), diezelfden pompoenen delen en/of opeten,  op pad gaan met de mannen die mensen verwittigen dat ze uit hun land moeten omdat ze illigaal op het grondgebied van Better Globe Forestry wonen, de Premier League voetbalmatch ManU – Chelsea volgen op een luie zondagavond, het planten en onderhouden van “Zjef-Forest” bestaande uit 12 boompjes,... Het leven in een semi-aried gebied ergens in het hart van Kenia heeft zo zijn lastige en minder lastige kanten voor een “Mzungu” op stage zoals ik.

Ik zit ergens veilig in een bewaakt kamp, in een huis met elektriciteit, douche, keuken, frigo, gasvuur, zetels, groot bed, verse lakens, drinkbaar water,... Het is hier voor mij ongelofelijk goedkoop, dus heb ik zeker nooit tekort aan eten. Ben ik eventjes te lui om te koken, dan kan ik in de bar van KenGen kamp gewoon eten bestellen tegen een zeer zachte prijs.
Maar overdag leef ik me toch net genoeg in om me het gevoel te geven dat ik weet hoe lastig het leven hier wel niet is voor de doorsnee inwoner van Kiambere of Katithini, net genoeg om te denken dat ik weet hoe het voelt om in lastige omstandigheden te proberen te overleven en je familie te onderhouden. Maar hoe zwaar en lastig het overdag ook is voor mij, hoe goed ik me ook probeer in te leven en onder te dompelen in de levenswijze van de mensen hier,...  toch kan ik iedere avond steeds terugvallen op het comfort van mijn Westerse accomodatie.

Ik ben een toerist hier, en gisteren (woensdag 21/09/2011) werd me dat nog maar eens duidelijk. Het was een dag die me voor de rest van mijn leven zal bijvblijven, een dag die me deed nadenken over het heden, verleden en toekomst, een dag zoals er al velen zijn geweest en en dag zoals er nog velen zullen komen. Maar vooral, het was de dag van de eerste algemene staking van de werknemers van Better Globe Forestry.
Better Globe Forestry betaalt de lonen steeds binnen de wettelijke termijn, maar de achterstand in uitbetaling heeft zich langzamerhand opgebouwd doorheen de laatste maanden. De problemen die daarmee gepaard gaan, zijn al enkele maanden bekend, zeker met het voedseltekort dat hier heerst. Het klimaat is hier hetzelfde als dat van Turkana en Somalië: droogte en slechte oogsten waren ook hier van de partij tijdens het laatste zogezegde regenseizoen. Gelukkig voor de meeste mensen hier is er een werkgever zoals BGF die ervoor zorgt dat ze geld kunnen verdienen om eten te kopen dat ze zelf niet verbouwd hebben (geïmporteerd uit andere streken of gekocht van boeren die een pomp bezitten om water uit het meer te pompen). Geld verdienen is dus een goede zaak, maar als je het te laat krijgt waardoor je geen voedsel kan kopen voor jezelf en je familie die je onderhoudt...dan krijg je problemen. Betalingen kan je uitstellen, maar hoe vertel je dat aan een lege maag.

Al enkele algemene vergaderingen klagen de werknemers over het feit dat de betalingen achter lopen waardoor niemand geld kan sparen; en als het geld op is, dan moeten ze wachten tot de volgende betaling om terug eten te kunnen kopen. Wanneer die volgende betaling er komt, blijkt dat het weer maar een klein deel is van wat ze moeten krijgen, waardoor velen hier ofwel geen eten ofwel schulden hebben (en mensen met schulden kunnen geen nieuwe schulden maken waardoor ook zij uiteindelijk geen eten meer kunnen kopen). Gisteren kwamen alle werknemers opnieuw samen om hun ongenoegen te uiten, met als resultaat dat tegen het eind van de vergadering alle werkers beslisten om het werk neer te leggen tot ze hun achterstallige loon gekregen hebben; “No money, no work”. Ze zijn het beu om steeds beloften te horen, maar ze nooit vervuld te zien. Ze hebben al vele keren hun problemen kunnen vertellen, maar nooit werd er iets aan gedaan. James Mwanzia vertelde mij; “Te late betalingen zouden allemaal geen probleem zijn als er thuis geen mensen lagen te creperen van de honger, en ze weten het want we hebben het al vele keren duidelijk gemaakt”.

Ik heb geen weet van vakbonden, dus iedereen moest solidair zijn en zelfs Benson Matuku, de chauffeur van de motorboot, mocht mij niet terugbrengen naar de overkant van het meer. Ik zat dus als het ware vast in Katithini, maar zo erg was het allemaal niet hoor. Het grote probleem is dat als iedereen staakt, de jonge zaailingen zonder water en zonder bescherming tegen geiten, koeien, hippo’s en menselijke gras- en houtdieven komen te zitten. Daardoor zouden duizenden jonge bomen verloren kunnen gaan in 1 nacht tijd.
Gelukkig is het nooit zo ver gekomen, want toen ik ’s avonds laat samen met George Tarus (Een Forester van BGF die verantwoordelijk is voor alle plantages) op terugweg was naar Kiambere met behulp van een taxi-motorcycle-kerel, belde John Njeru (de manager van de Kiambere plantage). Hij vertelde dat hij de werknemers had kunnen overtuigen om terug aan het werk te gaan waardoor er geen miserie zou zijn met een onbewaakte plantage.

Het is hier dus enkele uren zeer spannend geweest, maar gelukkig zonder erge gevolgen (dat indien BGF dit duidelijk signaal negeert, maar ik denk het niet). Ikzelf ben nooit echt in de problemen gekomen, alhoewel de blinde woede van sommigen zich misschien tegen mij,“de rijke blanke”, had kunnen keren. Maar dat zouden velen niet hebben laten gebeuren vertelden ze mij, het schijnt dat de meesten mij wel gaag hebben (ehehe).
Het is duidelijk dat er hier hele grote problemen zijn en dat het leven hier echt niet om te lachen is. Het vergt namelijk veel moed.....of wanhoop....om te staken in het enige bedrijf in een straal van 60km die werk biedt aan heel veel ongeschoolden.

1 opmerking:

  1. Dat doet inderdaad wel nadenken hé. Het interesseert me wel wat je daar zo allemaal over denkt en voelt. Oplossen doen we zo'n situaties niet in 123: beseffen dat je zelf geen honger hoeft te hebben en in relatief comfort kunt leven (en anderen niet), maar tegelijk door sommigen aanzien worden als een rijke mzungu omdat je blank bent en het slachtoffer kunnen worden van woede daarom, vond ik tijdens mijn reis door Afrika ook al niet eenvoudig.

    BeantwoordenVerwijderen